Wat willen we bereiken?

Wij willen zorgen voor een optimale ontwikkeling van de jeugd binnen de samenleving, waarbij wij de zorg en verantwoordelijkheid voor de jeugd met maatschappelijke partners delen. Aan de hand van educatie willen wij participatie van burgers binnen de samenleving bevorderen.

Wat hebben we gedaan?

Realiseren doelstellingen lokaal onderwijsbeleid
Wij overlegden op verschillende terreinen met de partners in de Lokale en Regionale Educatieve Agenda. Dit met als doel het bereiken van de gezamenlijk geformuleerde doelstellingen van het lokaal en regionaal onderwijsbeleid.
Wij informeren de gemeenteraad om het jaar door middel van een raadsbrief over de voortgang van de Lokale Educatieve Agenda. Voor het laatst in september 2017.

In 2013 is in samenwerking tussen kinderopvang, primair onderwijs en de Zeeuws-Vlaamse gemeenten een plan van aanpak vastgesteld dat moet leiden tot:

  • Het creëren van een toekomstbestendiger voorzieningenstructuur voor opvang van en onderwijs aan kinderen van 0-12 jaar binnen Zeeuws-Vlaanderen;
  • Het bewerkstelligen van een aantrekkelijk aanbod/programma voor 0-12 jarigen dat:
    a. bijdraagt aan een optimale ontwikkeling van kinderen, en
    b. daardoor ook een programmatisch en financieel aantrekkelijk alternatief vormt voor de gratis school/kinderopvang in Vlaanderen (vanaf 2,5 jaar).

In onze gemeente wil  deze doelstellingen waar mogelijk realiseren (zie onder kopje lokaal onderwijs in het programma Onderwijs en Jeugd).

In 2017 hebben wij bovenstaande opnieuw geconcretiseerd in een voorzieningenplan 2017 - 2022 voor de gemeente Terneuzen. Dit document is aan de gemeenteraad aangeboden in maart 2017. In dit document staan onze missie, visie en uitgangspunten, blikken we terug op wat we in de afgelopen periode hebben bereikt en zijn speerpunten en acties vastgelegd voor de komende periode. We blijven onverminderd streven naar een afgestemd aanbod van kinderopvang, voldoende openbaar onderwijs en een evenwichtige spreiding van denominaties binnen onze gemeente. We hebben nog een aantal vraagstukken op het gebied van onderwijshuisvesting waarover een standpunt moet worden ingenomen. Hierover zullen wij de gemeenteraad in maart 2018 informeren en adviseren. De doorontwikkeling van kindcentra en brede scholen, het continueren en verbeteren van het gemeentelijk onderwijs(achterstanden)beleid en de aansluiting tussen onderwijs, opvang en zorg zijn ook als speerpunt vastgelegd. Zo hebben we in 2017 de definitie en kwaliteitsvoorwaarden die gelden voor kindcentra vastgesteld en hebben we afspraken gemaakt over de opbrengst die we willen halen met Voor- en vroegschoolse educatie.  Op Zeeuws-Vlaams niveau spannen we ons in om de startgroepen voor 2 tot 4 jarigen in de grensstreek op de landelijke politieke agenda te krijgen.

Met ingang van het schooljaar 2017 – 2018 is het Centrum voor Toptechniek (CTT) van start gegaan in Terneuzen. Bedrijfsleven en lokale overheden leveren een structurele
bijdrage aan het handhaven van een kwalitatief hoogwaardig vmbo/mbo-techniekonderwijs
als onderdeel van de basis-onderwijsinfrastructuur. Het CTT borgt één vakmanschapsroute
in Zeeuws-Vlaanderen waar één doorlopende leerlijn vmbo/mbo gerealiseerd wordt op
niveau 2 of 3. Het CTT is noodzakelijk om de technische opleidingen in
Zeeuws-Vlaanderen te kunnen behouden en te kunnen blijven aansluiten bij de regionale
arbeidsmarkt. Leerlingen worden in het 4e leerjaar 2 dagen per week met speciaal
leerlingenvervoer naar Terneuzen gebracht.

Afgelopen zomer is de Zeeuws-Vlaamse Taskforce Voortgezet Onderwijs ingesteld, nadat gemeenten en schoolbesturen de noodklok hadden geluid over de toekomst van het voortgezet onderwijs in de regio. In december 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met het eindrapport van Taskforce VO 'Gewoon Goed Onderwijs' en de gemaakte afspraken aangaande het financieel arrangement tussen de verschillende overheden over het Voortgezet Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen. Hierbij heeft de raad een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de voorgestelde governance structuur. Hierover vindt in 2018 een apart besluitvormingstraject plaats.

Volwasseneneducatie
De arbeidsmarktregio, met als contactgemeente Goes, ontvangt met ingang van 1 januari 2015 middelen voor volwasseneneducatie. De Zeeuwse gemeenten maakten samen afspraken over de inzet van de educatiemiddelen. Dit gebeurt op regionaal niveau (Zeeuws-Vlaanderen, Oosterschelderegio, Walcheren). Wij hebben de middelen voor volwasseneneducatie vooral ingezet voor het bestrijden van laaggeletterdheid (taal en rekenen) en Nederlands als Tweede Taal (NT2). Wij hebben taalvrijwilligers geschoold. Ook hebben wij professionals in het veld geschoold in het signaleren van laaggeletterdheid en verwijzen zij deze mensen door naar het juiste onderwijsaanbod.  

Onderwijsachterstanden
Wij zetten de ontvangen rijksmiddelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden in voor voorschoolse educatie, schakelklassen, de zomerschool en gezinsgerichte taalondersteuning (het project 'Iedereen telt mee'). Wij richten ons op een bereik van 100% van de doelgroep VVE. Zie verdere toelichting onder het kopje 'peuterspeelzaalwerk'.

Daarnaast voerden wij in het kader van de Lokale educatieve Agenda overleg met schoolbesturen en kinderopvanginstellingen. Dit gaat over voorkomen en bestrijden van achterstanden, doorlopende leerlijn van voorschools naar basisonderwijs en de resultaten van vroegschoolse educatie.

Leerlingenvervoer
Het leerlingenvervoer is bedoeld om zoveel mogelijk drempels weg te nemen voor het bezoeken van de dichtstbijzijnde voor het kind toegankelijke onderwijsvoorziening. Het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) regelt o.a. de administratieve uitvoering van het leerlingenvervoer. Het RBLrapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de uitgevoerde werkzaamheden, waaronder het  leerlingenvervoer.

Brede Schoolontwikkeling
De Stuurgroep Brede Scholen is twee keer bij elkaar gekomen. In opdracht van deze stuurgroep gaven de programmacoördinatoren, in samenwerking met de kernpartners, uitvoering aan de activiteitenplannen 2017. Daarnaast is gewerkt aan de ontwikkeling van de activiteitenplannen 2018. De evaluatie brede scholen is afgerond. De gemeenteraad is door een brief geïnformeerd over de proces-en productresultaten. In 2018 pakken wij verbeterpunten, die zijn voortgekomen uit de evaluatie, samen met de partners op. Een daarvan is het beter vastleggen van rollen en verantwoordelijkheden binnen de brede school samenwerking.

Leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie RMC
Het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) geeft voor de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten uitvoering aan de leerplichtwet (inclusief kwalificatieplicht), RMC-taken en de behandeling van aanvragen leerlingenvervoer. De wijze waarop dit gebeurt, is vastgelegd in het bedrijfsplan van het RBL. Dit bedrijfsplan is in 2017 geactualiseerd. Op basis van een positieve evaluatie van het bedrijfsplan RBL in de regiegroep RBL, geen klachten en positieve signalen vanuit gesprekken met het onderwijs concluderen wij dat de gemeenten tevreden zijn over de uitvoering door het RBL.

Ook in 2017 is uitvoering gegeven aan de ziekteverzuimaanpak. Hierbij zijn jongeren, die zich vaak ziek melden, aangemeld bij de jeugdverpleegkundige voor een gesprek. Deze aanpak is met ingang van 2017 onderdeel van het Basistakenpakket van de GGD.

Peuterspeelzaalwerk (en VVE)
Ook dit jaar subsidieerden wij het peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie. De subsidiesystematiek ligt vast in het ‘Overzicht toe te kennen subsidies’. De raad stelt het overzicht jaarlijks vast.
Wij verstrekken een subsidie aan de aanbieders. Iedere kinderopvanginstelling die voldoet aan de subsidievoorwaarden kan in aanmerking komen voor een gemeentelijke subsidie.
Het aanbod aan peuters met een onderwijsachterstand (voorschoolse educatie/VVE) vindt plaats in dezelfde groep als het aanbod aan peuters zonder onderwijsachterstand. Dit betekent dat alle locaties voor peuterspeelzaalwerk die wij subsidiëren moeten voldoen aan de (strengere) eisen die gelden voor VVE-locaties. De hoogte van het subsidie is afgeleid van het daadwerkelijke aantal peuters dat een locatie feitelijk bezoekt. We verstrekken dus een subsidie per peuter op basis van het daadwerkelijk aantal dagdelen dat de peuter gebruik maakt van het aanbod. In principe is dat voor twee dagdelen per week, veertig weken per jaar. De kinderopvangtoeslag is een voorliggende voorziening. Peuters met een VVE-indicatie krijgen een extra dagdeel aangeboden. Ouders betalen zelf een inkomensafhankelijke eigen bijdrage, behalve ouders van peuters met een VVE-indicatie. Zij hoeven voor het extra dagdeel niet te betalen. De GGD bepaalt of een peuter een VVE-indicatie krijgt. Het aanbod aan peuters met een onderwijsachterstand betaalden wij vanuit de specifieke uitkering onderwijsachterstanden, het aanbod aan peuters zonder onderwijsachterstand vanuit de beschikbare middelen voor peuterspeelzaalwerk.