Risicobeheer

Renterisicobeheer
Uitgangspunten (wettelijke eisen) van het renterisicobeheer zijn onder andere dat wij de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, volgens de wet Fido, niet overschrijden.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s over de vlottende schuld (looptijd < 1 jaar) te beheersen. De kasgeldlimiet was 8,5% over € 146.442.000 (totaal van de jaarbegroting) is € 12.448.000 (afgerond). Als deze kasgeldlimiet wordt overschreden dan dient de kortlopende schuld omgezet te worden in een langlopende schuld. Wij overschreden de kasgeldlimiet in 2017 niet. In de Wet Fido is geregeld dat in beginsel de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. Een uitzondering op deze regel is dat indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschreden wordt de toezichthouder hiervan op de hoogte gesteld moet worden. Volgens de regelgeving is een tijdelijke overschrijding dus toegestaan. Er was in 2017 geen sprake van overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is ingesteld als instrument om de renterisico’s rondom de vaste schuld (langlopende leningen > 1 jaar) te beheersen. Renterisico op de vaste schuld lopen wij over het bedrag van de vaste schuld waarover renteherziening plaatsvindt en het bedrag van de vaste schuld dat wij moeten herfinancieren (contractuele en vervroegde aflossingen). Over dit bedrag kunnen wij een renterisico lopen, omdat wij een nieuwe (onzekere) rente moeten overeenkomen.

De wettelijke renterisiconorm is 20% van de stand van de vaste schuld aan het begin van het begrotingsjaar. Aan aflossingen is een bedrag van € 13.017.000 verantwoord. Van geen enkele langlopende geldlening konden wij het rentepercentage herzien. Wij overschreden in werkelijkheid de renterisiconorm niet.

Kredietrisicobeheer
Kredietrisico’s op verstrekte gelden kunnen voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij. Er was geen sprake van een waardedaling van onze vorderingspositie. De contractueel verschuldigde rente en aflossing van door ons verstrekte gelden werden op correcte wijze voldaan door de geldnemers.

Aan uitgezette langlopende geldleningen stond op 31 december 2017 een bedrag uit van € 650.000. Het bedrag aan uitgezette gelden per 31 december 2017 heeft betrekking op verstrekte leningen aan verenigingen en stichtingen binnen onze gemeente.

Het totale bezit aan aandelen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), P.Z.E.M., DataLand en N.V. Economische Impuls Zeeland bedraagt € 668.000 (waardering tegen aankoopkoers). Daarnaast nemen wij deel in de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en de Stichting Zeeuwind. Het bedrag dat hiermee gemoeid is bedraagt ca. € 108.000.

De conclusie is dat wij nauwelijks kredietrisico’s lopen op de vaste uitzettingen. De uitgezette gelden hebben in alle gevallen een voorzichtig karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s.

Intern liquiditeitsbeheer
Dit betreft het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning. Hierdoor kunnen de financieringskosten hoger uitvallen. Voor de liquiditeitspositie tot een jaar was een planning aanwezig. Deze actualiseerden wij dagelijks op basis van de geldstromen binnen de organisatie en de wijzigingen daarin. Voorop stond dat wij altijd aan onze betalingsverplichtingen konden voldoen. Hiervoor waren steeds voldoende geldmiddelen beschikbaar.

Koers- en valutarisicobeheer
Wij zijn geen belangrijke c.q. omvangrijke financiële transacties in vreemde valuta aangegaan. Daarmee zijn er geen koers- en valutarisico’s.