Kengetallen financiële positie
Vanaf de begroting 2016 en de jaarrekeningstukken 2015 is de gemeente verplicht financiële kengetallen in te voeren.
Er is een verplichte basisset van vijf kengetallen die in samenhang informatie moeten geven aan de Raad over de financiële positie van de gemeente.
Doel is dat met deze kengetallen een beter oordeel over de structureel en reëel sluitende begroting kan worden gevormd. De kengetallen geven een goed beeld van de financiële positie en zijn van belang voor de weerbaarheid en wendbaarheid. Het is belangrijk de kengetallen in samenhang te presenteren. Een afzonderlijk kengetal zegt niet zoveel over de financiële positie.
De provincie Zeeland hanteert voor de kengetallen de volgende signaleringswaarden.
Kengetal | Categorie A | Categorie B | Categorie C | |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | a. zonder correctie doorgeleende gelden | <90% | 90-130% | >130% |
b. met correctie doorgeleende gelden | <90% | 90-130% | >130% | |
Solvabiliteitsratio | >50% | 20-50% | <20% | |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% | |
Structurele exploitatieruimte | Begroting >0% | Begroting = 0% | Begroting <0% | |
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Het financieel beeld dat uit de kengetallen naar voren komt is belangrijk voor het inzicht in de financiële positie. De gezamenlijke provinciale toezichthouders hebben besloten om voor het verkrijgen van een goed beeld aan te sluiten bij de zgn. signaleringswaarden die afkomstig zijn van de stresstesten voor 100.000+ gemeenten. De signaleringswaarden zijn ingedeeld in categorieën. Aan deze categorieën is geen waarde oordeel gegeven omdat normering in eerste instantie door de gemeente zelf plaats dient te vinden. Duidelijk is wel dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
Kengetal | 2016 | 2017 | 2017 | |
---|---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | ||
Verplichte indicatoren | ||||
Netto schuldquote | a. zonder correctie doorgeleende gelden | 114,49% | 112,54% | 103,15% |
b. met correctie doorgeleende gelden | 115,08% | 113,12% | 103,78% | |
Solvabiliteitsratio | 15,94% | 16,59% | 19,09% | |
Grondexploitatie | 7,19% | 6,73% | 6,91% | |
Structurele exploitatieruimte | 5,84% | 0,96% | 3,10% | |
Belastingcapaciteit | 94,57% | 94,44% | 96,90% | |
Eigen indicatoren | ||||
Debtratio | 84,06% | 83,41% | 80,91% | |
Netto schuld per inwoner | € 3.054 | € 3.010 | € 2.908 |
Verplichte indicatoren vanuit het BBV
Netto schuldquote (NSQ)
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.
Nettoschuldquote | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
114,49% | 112,54% | 103,15% | |
Categorie | B | B | B |
Dit kengetal geeft het aandeel weer van de vaste schulden + netto vlottende schuld + overlopende passiva - Financiële activa - uitzetting < 1 jaar - liquide middelen - overlopende activa ten opzichte van de totale baten exclusief mutaties reserves. Bij dit kengetal is een sterke verbetering waarneembaar. De oorzaak hiervan is de in de loop van 2016 aangetrokken geldlening van € 15 miljoen. Doordat deze lening in 2016 is afgesloten moest er in 2017 geen geldlening worden aangetrokken wat wel was meegenomen in de begroting 2017. Hierdoor hebben we in 2017 meer aflossingskosten dan dat er nieuwe leningen worden afgesloten.
Netto Schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.
Gecorrigeerde NSQ | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
115,08% | 113,12% | 103,78% | |
Categorie | B | B | B |
Dit kengetal is hetzelfde als de netto schuldquote maar dan met correctie voor een aantal vaste activa: leningen aan deelnemingen, overige langlopende leningen en bijdragen aan activa aan derden. Zie toelichting bij 1a.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Solvabiliteitsratio | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
15,94% | 16,59% | 19,09% | |
Categorie | C | C | C |
De solvabiliteitsratio is de omgekeerde debtratio. Dit kengetal geeft het aandeel weer van het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. Dit kengetal stijgt omdat de eigen vermogen positie toeneemt door het rekeningresultaat en de totale schuld afneemt omdat er in 2017 geen leningen zijn toegevoegd aan de leningenportefeuille.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.
Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage.
Grondexploitatie | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
7,19% | 6,73% | 6,91% | |
Categorie | A | A | A |
Dit kengetal geeft het aandeel weer van de grondexploitatie (Bouwgronden In Exploitatie) ten opzichte van de totale baten exclusief mutatie reserves. Dit aandeel blijkt gering te zijn en af te nemen. Om deze reden valt dit kengetal in de categorie het minst risicovol. Uitgangspunt bij de doorrekening van de grondexploitatie is dat wij gronden denken te verkopen in de komende jaren door de aantrekkende economie.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt hier het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen.
Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.
De structurele exploitatieruimte bestaat uit het saldo van de structurele baten en structurele lasten. Daarbij wordt het saldo opgeteld van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.
Structurele exploitatieruimte | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
5,84% | 0,96% | 3,10% | |
Categorie | A | A | A |
Dit kengetal geeft het aandeel weer van het saldo van de structurele lasten - structurele baten ten opzichte van de totale baten. Dit kengetal laat een verbetering zien, wat vooral veroorzaakt wordt door het gunstige rekeningresultaat.
Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage. De (ongewogen) gemiddelde woonlasten van gemeenten in 2017 - op basis van de cijfers van het COELO - bedragen € 743. Het gemiddelde voor de jaren 2015 en 2016 is respectievelijk € 716 en € 723.
Belastingcapaciteit | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
94,57% | 94,44% | 96,90% | |
Categorie | A | A | B |
Dit kengetal geeft het aandeel weer van de totale woonlasten van een gezin in de gemeente Terneuzen bij gemiddelde WOZ waarde ten opzichte van de woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin jaar t-1 (vorig jaar). Hierbij worden meegenomen de OZB, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Dit kengetal geeft aan dat de gemeente onder het landelijk gemiddelde qua woonlasten zit en nog ruimte heeft om de belastingen te verhogen.
Eigen indicatoren gekozen door de gemeenteraad
Debtratio | 2016 | 2017 | 2017 |
---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
84,06% | 83,41% | 80,91% | |
Netto schuld per inwoner | 2016 | 2017 | 2017 |
Jaarrekening | Begroting | Jaarrekening | |
3.054 | 3.010 | 2.908 |
Conclusie
Het is moeilijk om een norm voor de noodzakelijke weerstandscapaciteit te bepalen. Wij zijn ons bewust van de risico’s die wij lopen, maar het bepalen van de volledigheid (er kunnen altijd verrassingen voordoen) en de financiële effecten van de bovengenoemde risico’s, is subjectief en vraagt veel inspanning. Bovendien zullen niet alle risico’s zich gelijktijdig en in volle omvang voordoen. Uitgaande van de hiervoor geschetste risico’s in relatie met onze beschikbare vrije reservemiddelen hebben wij voldoende weerstandscapaciteit om mogelijke risico’s financieel af te dekken.