Programma Sociaal Domein

2017

2017

2017

2017

bedrag x € 1.000

geraamd primitief

laatste wijziging

werkelijk

verschil

Lasten

61.144

64.929

63.167

1.762

V

Baten

15.645

16.988

17.125

137

V

Saldo

45.500

47.941

46.042

1.899

V

Mutaties reserves

-312

-1.023

536

-1.558

N

Resultaat

45.164

46.919

46.578

341

V

Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat het nadelig totaal saldo van baten en lasten van programma Sociaal Domein € 46.022.000 bedraagt. Ten opzichte van de gewijzigde begroting is er sprake van een voordeel van € 1.899.000.  Wij verklaren dit als volgt:

Loonkosten eigen personeel

€ 95.000

N

Kapitaallasten

€ 9.000

N

Onderhoudskosten gebouwen (dekking reserve onderhoud)

€ -139.000

V

Per taakveld is het restant te verklaren verschil voordelig als volgt:

6.1 – Samenkracht en burgerparticipatie

€ 1.318.000

6.2 – Wijkteams

€ 95.000

6.3 – Inkomensregelingen

€ 189.000

6.4 – Begeleide participatie

€ -232.000

6.5 – Arbeidsparticipatie

€ 197.000

6.6 – Maatwerkvoorzieningen WMO

€ -18.000

6.7 – Maatwerk dienstverlening 

€ 922.000

6.8 – Geëscaleerde zorg 

€ -537.000

Taakveld 6.1:
Het voordelig verschil bij Samenkracht en burgerparticipatie is voor een belangrijk deel te verklaren door minder uitgaven op het product algemene voorzieningen WMO, totaal € 1.314.000:

  • € 1.364.000 algemene kosten: niet besteed geld DU WMO nieuwe taken
  • €      41.000 uitbestede werkzaamheden: niet gebruikt budget extern projectleider van € 25.000 wat doorgeschoven wordt naar 2018; € 16.000 niet benodigd budget t.b.v. de app ‘Ongehinderd.nl’ en de website ‘Wehelpen.nl’.
  • €      18.000  minder doorberekend dagbestedingsvervoer vanuit het samenwerkingsverband Collectief Vervoer ZVL. Het 2e halfjaar is hiervan minder gebruik gemaakt dan het 1e halfjaar. De raming kon hierop niet meer aangepast worden.
  • €      88.000  meer uitgegeven dan geraamd voor huishoudelijke hulp.
  • €      23.000  meer doorberekende bestuurskosten vanuit het samenwerkingsverband Collectief Vervoer ZVL door een beroepsprocedure vanwege de nieuwe aanbesteding van het WMO- en leerlingenvervoer.

Voor kinderopvang en peuterspeelzalen is € 13.000 meer uitgeven aan inspecties door de Gemeenschappelijke dienst Zeeland bij de diverse kinderopvanglocaties.

Bij welzijnsaccommodaties is € 26.000 minder uitgegeven voor verbruik gas en elektra en
€ 10.000 overige materialen.

De doorbelaste kosten vanuit de kostenplaatsen brede scholen naar het product kinderopvang en peuterspeelzalen zijn € 18.000 hoger dan verwacht als gevolg van hogere kosten onderhoud gebouwen.

Taakveld 6.2:
Het voordelig verschil bij Wijkteams is te verklaren door minder uitgaven voor eerstelijnsloket Jeugd:

  • lagere kosten toegang Jeugdhulp € 34.000.
  • lagere bijdrage aan GGD € 67.000 vanwege de herijking van het basistakenpakket en maatwerkopdracht.
  • geraamde bijdrage van € 12.000 voor innovatievoorstellen in het kader van de Jeugdwet is in 2017 niet uitgevoerd en wordt toegevoegd aan het budget 2018 en gedekt uit de reserve sociaal domein.
  • voor scholing, ICT en overige algemene kosten is € 20.000 minder uitgegeven.
  • de operationele kosten voor de Inkooporganisatie Jeugd zijn € 38.000 hoger dan begroot.

Van het voordeel van € 95.000 valt € 74.000 onder het macrobudget Jeugd en is meegenomen met de mutatie op de reserve Sociaal Domein voor de jeugdbudgetten.

Taakveld 6.3:
Het voordelig verschil bij Inkomensregelingen wordt veroorzaakt door minder kosten voor kwijtschelding gemeentelijke heffingen, voordeel van € 8.000.
Voor armoedebestrijding onder kinderen is € 91.000 minder uitgegeven dan geraamd. Om deze armoedebestrijding in 2018 te intensiveren wordt voorgesteld om dit bedrag toe te voegen aan een nieuw te vormen reserve Armoedebestrijding kinderen via het voorstel bestemming rekening resultaat 2017.

Daarnaast is de ontvangen uitkering voor armoedebestrijding onder ouderen van € 12.000 niet uitgegeven. De geraamde bijdragen van € 10.000 voor het WMO maatwerkfonds (t.b.v. lage inkomens) zijn eveneens niet uitgegeven, omdat deze uitgaven niet te voorspellen zijn.

Aan de sociale recherche is € 5.000 per saldo meer uitgegeven, hoofdzakelijk veroorzaakt door enerzijds meer salariskosten en anderzijds door minder reis- en verblijfkosten.

De uitkeringen BBZ waren € 28.000 hoger dan geraamd.

Taakveld 6.4:
Voor de analyse van taakveld 6.4 en 6.5 nemen we het totaal van taakveld 6.4 en onderdelen van taakveld 6.3 (onderdeel participatie – BUIG) en 6.5 (re-integratie budgetten) samen.
De totale lasten van de participatiebudgetten (uitgezonderd de BBZ uitkeringen) zijn
€ 15.272.000. Hiertegenover staat een rijksbijdrage van € 15.183.000, een nadeel dus van
€ 89.000.
De totale lasten van de re-integratie budgetten zijn € 1.556.000. Hiertegenover staat een rijksbijdrage van € 1.739.000, een voordeel dus van € 183.000.
De totale lasten voor de sociale werkvoorziening zijn € 10.151.000. De rijksbijdrage hiervoor is € 9.503.000, een nadeel van € 648.000.

Per saldo is er een nadeel van € 554.000, waarvan € 171.000 wordt gedekt door de reserve vluchtelingen/asielzoekers en 203.000 door de reserve sociaal domein. Daarnaast is nog een extra bijdrage ontvangen voor verhoogde instroom asielzoekers van € 237.000. Per saldo blijft nog een voordeel over van € 57.000 wat toegevoegd is aan de reserve participatie/BUIG.

Taakveld 6.5:
Zie toelichting taakveld 6.4. Voor taakveld 6.5 resteert het onderdeel inburgering. In de meicirculaire en septembercirculaire 2017 zijn extra middelen via het Gemeentefonds toegekend voor re-integratie en DU verhoogde instroom participatie en re-integratie. Hiervan is € 114.000 niet besteed. Aangezien deze middelen ook voor 2018 zijn bestemd, waarbij het afrekenmoment de meicirculaire 2018, is het wenselijk om dit bedrag toe te voegen aan de reserve Vluchtelingen/asielzoekers via het voorstel bestemming rekening resultaat 2017.

Taakveld 6.6:
Het nadelig verschil bij Maatwerkvoorzieningen WMO van € 18.000 is ontstaan door meer uitgaven aan een roerende woonvoorziening die buiten het contract met de zorgaanbieder valt. De kosten zijn weliswaar voor de gemeente, maar de voorziening blijft eigendom van de gemeente.

Taakveld 6.7:
Op het onderdeel WMO maatwerkvoorzieningen natura immaterieel is het voordeel € 1.628.000 ontstaan doordat er minder beroep gedaan is op deze voorzieningen, met name bij hulp bij het huishouden. Van dit voordeel wordt € 950.000 toegevoegd aan de reserve Sociaal Domein en € 678.000 valt vrij. In deze vrijval zijn de niet bestede middelen voor begeleiding Werk naar Werk van € 372.000 en niet bestede middelen voor SROI van € 223.000 begrepen.

Aan eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang WMO is € 106.000 minder ontvangen dan geraamd. De eigen bijdragen 2017 zijn naar aanleiding van landelijk beleid verlaagd. Hierop is de raming niet aangepast. Dit nadeel is onttrokken aan de reserve Sociaal Domein.

De PGB’s van de WMO leveren een voordeel op van € 245.000. Het gebruik van de PGB’s is nog meer teruggelopen dan verwacht. Omdat de afrekening van de PGB’s van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) medio maart 2018 ontvangen werd, konden de ramingen hier niet meer op aanpast worden. Het voordeel (m.u.v. het voordeel op de PGB’s vervoer van
€ 6.000) is toegevoegd aan de reserve Sociaal Domein.

Op de PGB’s van de jeugdhulp is € 271.000 overgebleven. Op de individuele voorzieningen natura jeugd is een nadeel van € 1.115.000 ontstaan, doordat de vraag naar jeugdhulp groter is dan het toegekende macrobudget vanuit gaat. Van het nadeel is € 1.147.000 onttrokken aan de reserve Sociaal Domein en € 32.000 valt vrij.

Taakveld 6.8:
Op het onderdeel veiligheid en opvang jeugd is een nadeel van € 537.000 ontstaan, doordat de vraag naar veiligheid en opvang jeugd groter is dan het toegekende macrobudget vanuit gaat. Het nadeel is volledig verrekend met de reserve Sociaal Domein.

Mutaties reserves
Het totale nadeel van € 1.340.000 op de jeugdbudgetten ten opzichte van het ontvangen macrobudget jeugd is onttrokken aan de reserve Sociaal Domein (bestaande uit taakveld 6.2 voordeel € 74.000; taakveld 6.7 nadeel € 876.000 en taakveld 6.8 nadeel € 538.000).

Het totale voordeel van € 2.400.000 op de WMO-budgetten wat toegevoegd is aan de reserve Sociaal Domein (bestaande uit taakveld 6.1 € 1.317.000 voordeel; taakveld 6.7 € 1.083.000 voordeel). Daarnaast is voor SROI € 84.536 onttrokken aan de reserve Sociaal Domein en € 64.980 aan de reserve SROI.

Taakveld

Mutatie
reserve
Soc.Domein

Mutatie
reserve
Soc.Domein

Mutatie
reserve SROI

alg.voorzieningen

6.1

1.316.740

1e lijnsloket

6.2

maatwerkvrz.natura materieel

6.6

maatwerkvrz.natura immaterieel

6.71

949.841

-84.536

-64.980

eigen bijdrage maatwerkvrz

6.71

-106.153

PGB

6.71

239.118

beschermd wonen

6.81

1e lijnsloket

6.2

74.054

PGB

6.72

271.024

individuele voorzieningen

6.72

-1.147.373

veiligheid

6.82

-537.712

-1.340.007