Onroerende-zaakbelasting (OZB)

De onroerende-zaakbelastingen (OZB) vormen de belangrijkste lokale heffing van de gemeente. Het karakter van deze heffing is dat het een algemene belasting is. De opbrengsten vormen een algemeen dekkingsmiddel voor uitgaven. Het tarief van de onroerende-zaakbelastingen is een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde van de aangeslagen objecten. Voor de WOZ-waarden 2017 geldt als waardepeildatum 1 januari 2016.

De tarieven genoemd in de begroting 2017 hebben wij gecorrigeerd bij de vaststelling van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2017. Na rekening te hebben gehouden met de waardeontwikkeling van de woningen en niet-woningen, zijn de tarieven OZB per 1 januari 2017 als volgt vastgesteld:

Verordening OZB 2017

Woningen eigenaar

0,1543%

Niet woningen eigenaar

0,2802%

Niet woningen gebruiker

0,2250%

De werkelijke opbrengst is € 424.000 (2,6%) lager dan geraamd. Het verschil verklaren wij onder andere door de gevolgen van een uitspraak van de Hoge Raad over vakantieparken. Tot voor kort kregen vakantieparken zowel een aanslag eigenaren- als gebruikersbelasting voor niet woningen. De Hoge Raad geeft aan dat vakantieparken aangeslagen moeten worden als woningen. Hierdoor geldt het lagere woningen tarief en vervalt de gebruikersbelasting. Dit leidt tot een nadelig effect in de opbrengst onroerende-zaakbelastingen.